premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | There is a child on a park plaything. | Er is een kind op een park speeltje. | 0 | A boy is also referred to as a child, not an adult. A play horse is a plaything and a playground is often also called a park. | Een jongen wordt ook wel een kind genoemd, geen volwassene. Een speelpaard is een speelbal en een speeltuin wordt vaak ook wel een park genoemd. | 0.6357 | 0.1187 | 0.0 | 0.0934 | 0.3553 | 0.0963 | ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | A grown man rides a horse down a beach. | Een volwassen man rijdt een paard over een strand. | 2 | We know nothing about the grown man who rides a horse down the beach. We only know about a boy. | We weten niets over de volwassen man die op een paard over het strand rijdt. | 0.6357 | 0.1187 | 0.6672 | 0.1106 | 0.453 | 0.1186 | ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | A boy rides a play horse. | Een jongen rijdt op een speelpaard. | 0 | Young pertains to a boy or girl rather than old, as a man or a woman. | Jong heeft betrekking op een jongen of meisje in plaats van oud, als man of vrouw. | 0.6365 | 0.1188 | 0.8781 | 0.1185 | 0.2218 | 0.0911 | ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | The child is an expert at horse. | Het kind is een expert in paardrijden. | 1 | Riding a play horse does not imply he is an expert. | Een spelpaard rijden betekent niet dat hij een expert is. | 0.6365 | 0.1188 | 0.9787 | 0.1245 | 0.3936 | 0.0866 | ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | There is a young boy riding a blue and white play horse at a playground. | Er is een jonge jongen die op een blauw-wit paardje rijdt bij een speeltuin. | 1 | Not all play horses are blue and white. | Niet alle paarden zijn blauw en wit. | 0.6365 | 0.1188 | 0.4355 | 0.1195 | 0.8434 | 0.1146 | ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground. | Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin. | There is a young girl riding a horse at a farm. | Er rijdt een jong meisje op een paard op een boerderij. | 2 | We know nothing about a young girl riding a horse at a farm. | We weten niets over een jong meisje dat paardrijdt op een boerderij. | 0.6365 | 0.1188 | 0.8699 | 0.118 | 0.5259 | 0.1162 | ||||||||
A man is tying his shoe lace. | Een man knoopt zijn veter vast. | A man is not wearing any footwear. | Een man draagt geen schoenen. | 2 | THe man is tying his shoes so i dont think hes not wearing any footwear. | De man is zijn schoenen aan het knopen, dus ik denk niet dat hij geen schoenen draagt. | 0.0003 | 0.102 | 0.5241 | 0.1238 | 0.0737 | 0.1062 | ||||||||
A man is tying his shoe lace. | Een man knoopt zijn veter vast. | A man is learning to tie his shoes. | Een man leert om zijn schoenen te strikken. | 1 | Tying his shoe does not imply he is still learning. | Zijn schoen vastbinden betekent niet dat hij nog aan het leren is. | 0.0003 | 0.102 | 0.2874 | 0.0994 | 0.178 | 0.1068 | ||||||||
A man is tying his shoe lace. | Een man knoopt zijn veter vast. | A man is lacing up his shoes. | Een man trekt zijn schoenen in. | 0 | Tying a shoe lace is performed by lacing up the shoes. | Koppelen van een schoen kant wordt uitgevoerd door het trekken van de schoenen. | 0.0003 | 0.102 | 0.0001 | 0.1096 | 0.0287 | 0.0772 | ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport. | Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport. | Two people fighting. | Twee mensen vechten. | 0 | Swimmers are people. | Zwemmers zijn mensen. | 0.2039 | 0.1119 | 0.65 | 0.1224 | 0.7179 | 0.1342 | ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport. | Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport. | Two people practicing darts. | Twee mensen die darten. | 2 | We don't think they are playing practicing darts when playing water sports. | We denken niet dat ze aan het oefenen zijn met darten bij watersporten. | 0.2048 | 0.1119 | 0.0 | 0.109 | 0.3633 | 0.1091 | ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport. | Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport. | Two people playing for a competition. | Twee mensen spelen voor een wedstrijd. | 1 | Fighting for a ball does not imply they are playing for a competition. | Vechten voor een bal betekent niet dat ze spelen voor een wedstrijd. | 0.2049 | 0.1118 | 0.5718 | 0.1194 | 0.1478 | 0.1168 | ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles. | Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt. | A swimmer in the middle of a swimming race. | Een zwemmer midden in een zwemrace. | 2 | You can't stretch and be in the middle of a race. | Je kunt niet uitrekken en midden in een race zitten. | 0.0062 | 0.097 | 0.3971 | 0.1347 | 0.2464 | 0.0928 | ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles. | Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt. | A woman preparing for a swim competition. | Een vrouw bereidt zich voor op een zwemwedstrijd. | 2 | His is not a woman. | Hij is geen vrouw. | 0.0062 | 0.097 | 0.6884 | 0.1312 | 0.7267 | 0.082 | ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles. | Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt. | A swimmer preparing for a swim competition. | Een zwemmer bereidt zich voor op een zwemwedstrijd. | 0 | Doing stretches is one way in preparing for a swimming competition. | Doen stretches is een manier om je voor te bereiden op een zwemwedstrijd. | 0.0062 | 0.097 | 0.5295 | 0.1293 | 0.4813 | 0.0993 | ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles. | Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril. | A cat is eating food. | Een kat eet eten. | 2 | There is either a man or a cat. The individual is either holding swim goggles or eating food. | Er is ofwel een man of een kat. Het individu houdt ofwel zwembril of eten. | 0.0399 | 0.1031 | 0.9264 | 0.1198 | 0.0 | 0.085 | ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles. | Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril. | A shirtless man is holding swim goggles. | Een man zonder shirt houdt zwembril vast. | 0 | If wearing swimsuit bottoms, it is more likely that a person might be possibly holding swimgoggles, too. | Als je zwembroekbroeken draagt, is het waarschijnlijker dat een persoon ook zwemgoogles vasthoudt. | 0.0394 | 0.1032 | 0.275 | 0.1096 | 0.0 | 0.0653 | ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles. | Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril. | A shirtless man is about to go swimming. | Een man zonder shirt gaat zwemmen. | 1 | Just because he is in a swimsuit and holding goggles, it does not imply he is about to go swimming. | Gewoon omdat hij in een badpak zit en een bril vasthoudt, betekent dat niet dat hij gaat zwemmen. | 0.0394 | 0.1032 | 0.3558 | 0.12 | 0.4477 | 0.14 | ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles. | Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril. | A male is holding goggles. | Een man houdt een bril vast. | 0 | If wearing a blue bikini, it is more likely that a person might be swimming and possibly holding goggles, too. | Als het dragen van een blauwe bikini, is het waarschijnlijker dat een persoon zwemt en misschien houdt bril, ook. | 0.4451 | 0.1154 | 0.5883 | 0.119 | 0.0 | 0.0812 | ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles. | Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril. | A male is about to go swimming. | Een mannetje gaat zwemmen. | 1 | Just because he is in a swimsuit and holding goggles, it does not imply he is about to go swimming. | Gewoon omdat hij in een badpak zit en een bril vasthoudt, betekent dat niet dat hij gaat zwemmen. | 0.4451 | 0.1154 | 0.4723 | 0.1202 | 0.4477 | 0.14 | ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles. | Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril. | A man is sleeping. | Een man slaapt. | 2 | The man can't be holding goggles and sleeping at the same time. | De man kan geen bril vasthouden en tegelijkertijd slapen. | 0.4451 | 0.1154 | 0.6987 | 0.1271 | 0.1186 | 0.1164 | ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles. | Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast. | The man in blue speedos has a fit body. | De man in Blue Speedos heeft een fit lichaam. | 1 | A man is not assumed to have a fit body. | Een man wordt niet verondersteld een geschikt lichaam te hebben. | 0.1069 | 0.1029 | 0.2472 | 0.0941 | 0.4963 | 0.1278 | ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles. | Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast. | The man in blue speedos is at a skating rink. | De man in Blue Speedos staat op een schaatsbaan. | 2 | A man does not need black goggles at a skating rink. | Een man heeft geen zwarte bril nodig op een schaatsbaan. | 0.1061 | 0.1029 | 0.0001 | 0.1028 | 0.5819 | 0.1402 | ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles. | Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast. | Black goggles are being held. | Zwarte bril wordt vastgehouden. | 0 | Someone who is holding goggles has the goggles held. | Iemand die een bril vasthoudt heeft de bril vast. | 0.1061 | 0.1029 | 0.1995 | 0.115 | 0.0 | 0.0932 | ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument. | Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument. | people are by the monument | mensen zijn bij het monument | 0 | If people are in front of a monument, that can be construed as also being by a monument. | Als mensen voor een monument staan, kan dat worden opgevat als ook door een monument. | 0.3452 | 0.1113 | 0.0136 | 0.1128 | 0.2768 | 0.1005 | ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument. | Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument. | people are taking pictures | Mensen maken foto's | 1 | Although they are in front of a monument, it does not imply they are taking pictures. | Hoewel ze voor een monument staan, betekent het niet dat ze foto's nemen. | 0.3455 | 0.1113 | 0.0 | 0.1047 | 0.4573 | 0.1358 | ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument. | Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument. | the people are in a conference call | de mensen zijn in een conferentie call | 2 | The people can't be in front of a large colorful monument and in a conference call at the same time. | De mensen kunnen niet voor een groot kleurrijk monument en in een conferentie call op hetzelfde moment. | 0.3454 | 0.1114 | 0.0 | 0.1099 | 0.0 | 0.0876 | ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool. | Een man met een donkerblauw shirt speelt pool. | A guy is playing pool. | Er is een man aan het poolen. | 0 | " A guy is playing pool " is said twice. | "Een man speelt pool" wordt twee keer gezegd. | 0.8008 | 0.1387 | 0.0741 | 0.1199 | 0.3159 | 0.1039 | ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool. | Een man met een donkerblauw shirt speelt pool. | He is practicing for a tournament. | Hij oefent voor een toernooi. | 1 | Playing pool does not imply he is practicing for a tournament. | Het spelen van pool betekent niet dat hij oefent voor een toernooi. | 0.8005 | 0.1386 | 0.7441 | 0.1251 | 0.5056 | 0.1101 | ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool. | Een man met een donkerblauw shirt speelt pool. | A guy is bowling. | Een man bowlt. | 2 | The man can't be playing pool and bowling at the same time. | De man kan niet tegelijk poolen en bowlen. | 0.8006 | 0.1386 | 0.6278 | 0.1293 | 0.6019 | 0.1208 | ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art. | Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk. | A boy is jumping rope. | Een jongen springt touw. | 2 | There can either be a woman or a boy. The individual can't be standing next to art and jumping robe simultaneously. | Er kan een vrouw of een jongen zijn. | 0.7026 | 0.118 | 0.001 | 0.1057 | 0.0002 | 0.1018 | ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art. | Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk. | A woman has just completed a work of art and is standing next to it. | Een vrouw heeft net een kunstwerk voltooid en staat ernaast. | 1 | Standing next to a work of art does not imply she completed it. | Naast een kunstwerk staan betekent niet dat ze het voltooid heeft. | 0.7026 | 0.118 | 0.6731 | 0.1187 | 0.0201 | 0.1117 | ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art. | Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk. | A woman is standing next to a work of art. | Een vrouw staat naast een kunstwerk. | 0 | " A woman is standing next to a work of art " is said twice. | "Een vrouw staat naast een kunstwerk" wordt twee keer gezegd. | 0.7023 | 0.118 | 0.7364 | 0.1307 | 0.4632 | 0.1149 | ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms. | Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen. | two small children are playing football for their school team | twee kleine kinderen spelen voetbal voor hun schoolteam | 1 | Just because they are wearing uniforms doesn't mean they're playing for a school team | Dat ze uniformen dragen betekent niet dat ze voor een schoolteam spelen. | 0.7554 | 0.1028 | 0.9399 | 0.1592 | 0.7181 | 0.1454 | ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms. | Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen. | there are two children playing football. | Er zijn twee kinderen die voetballen. | 0 | Two small children playing football entails two children playing football. | Twee kleine kinderen die voetballen, hebben twee kinderen die voetballen. | 0.7553 | 0.1028 | 0.7567 | 0.1327 | 0.0 | 0.0847 | ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms. | Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen. | two small children are playing football in their white and gold uniforms | twee kleine kinderen spelen voetbal in hun witte en gouden uniformen | 2 | Black and yellow is different from white and gold. | Zwart en geel is anders dan wit en goud. | 0.7553 | 0.1028 | 0.9049 | 0.1537 | 0.7234 | 0.1201 | ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag. | Een man loopt steile treden op met een tas. | A man is walking up the steps. | Een man loopt de trap op. | 0 | Walking up steep steps is still walking up steps. | De steile treden lopen nog steeds op treden. | 0.0 | 0.1089 | 0.6516 | 0.1261 | 0.0 | 0.0721 | ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag. | Een man loopt steile treden op met een tas. | A man is walking up the steps to his home. | Een man loopt de trap op naar zijn huis. | 1 | The steps do not imply home. | De stappen impliceren niet thuis. | 0.0 | 0.1088 | 0.636 | 0.1359 | 0.0 | 0.0863 | ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag. | Een man loopt steile treden op met een tas. | A woman is walking down the steps. | Een vrouw loopt van de trap af. | 2 | There is either a man or a woman. The individual can't be walking up and walking down the stairs at the same time. | Er is een man of een vrouw, het individu kan niet tegelijk de trap af lopen. | 0.0 | 0.1089 | 0.4939 | 0.1257 | 0.0025 | 0.1052 | ||||||||
A young child is carrying a paddle. | Een jong kind draagt een peddel. | A child holding a paddle. | Een kind met een peddel. | 0 | A child is carrying the paddle he is holding. | Een kind draagt de peddel die hij vasthoudt. | 0.6085 | 0.1208 | 0.0003 | 0.1079 | 0.4838 | 0.0997 | ||||||||
A young child is carrying a paddle. | Een jong kind draagt een peddel. | A child stealing a paddle. | Een kind dat een paddel steelt. | 1 | Carrying doesn't imply stealing. | Het dragen betekent niet stelen. | 0.6081 | 0.1208 | 0.0162 | 0.1004 | 0.0935 | 0.1119 | ||||||||
A young child is carrying a paddle. | Een jong kind draagt een peddel. | A man launching a boat. | Een man die een boot lanceert. | 2 | The subject is either a man or young child. | Het onderwerp is een man of een jong kind. | 0.6081 | 0.1208 | 0.3546 | 0.1131 | 0.6946 | 0.1129 | ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs | Man met camera en tas die de trap op loopt | A young man walking up the stairs to take a picture. | Een jongeman loopt de trap op om een foto te maken. | 1 | Not all men are young. | Niet alle mannen zijn jong. | 0.0 | 0.0873 | 0.6086 | 0.12 | 0.7789 | 0.1067 | ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs | Man met camera en tas die de trap op loopt | A person walking up stairs. | Een persoon die de trap op loopt. | 0 | A man is a person. | Een man is een mens. | 0.0 | 0.0873 | 0.0 | 0.1163 | 0.9353 | 0.1326 | ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs | Man met camera en tas die de trap op loopt | A man sitting on the stairs. | Een man op de trap. | 2 | The man can't be walking and sitting at the same time. | De man kan niet tegelijkertijd lopen en zitten. | 0.0 | 0.0873 | 0.2321 | 0.1166 | 0.7721 | 0.1368 | ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps. | Een man klimt op een grote trap van steen. | A man climbs stone steps of an ancient temple. | Een man beklom stenen treden van een oude tempel. | 1 | Just because the steps are stone, doesn't mean they are at an ancient temple. | Alleen omdat de treden steen zijn, betekent niet dat ze in een oude tempel zijn. | 0.6818 | 0.1165 | 0.4862 | 0.1154 | 0.6113 | 0.1267 | ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps. | Een man klimt op een grote trap van steen. | A man climbs stone steps. | Een man klimt op stenen treden. | 0 | A large flight of stone steps are still stone steps. | Een grote trap van stenen treden zijn nog steeds stenen treden. | 0.6818 | 0.1165 | 0.744 | 0.1108 | 0.0252 | 0.0927 | ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps. | Een man klimt op een grote trap van steen. | A man falls to his death down stone steps. | Een man valt tot zijn dood van stenen treden. | 2 | The man can't be climbing up and falling to his death at the same time. | De man kan niet tegelijkertijd naar boven klimmen en vallen. | 0.6818 | 0.1166 | 0.0 | 0.0732 | 0.2685 | 0.1104 | ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net. | Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net. | The young child is wearing a red shirt and playing a game. | Het jonge kind draagt een rood shirt en speelt een spel. | 0 | " In a red shirt " is a rephrasing of " wearing a red shirt ", usually when someone is holding a wooden paddle behind a net they are playing a game. | "In een rood shirt is een herhaling van een rood shirt, meestal als iemand een houten peddel achter een net vasthoudt, spelen ze een spel. | 0.1136 | 0.1141 | 0.6664 | 0.1293 | 0.0 | 0.062 | ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net. | Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net. | The young child is about to be confirmed at this church. | Het jonge kind staat op het punt bevestigd te worden in deze kerk. | 2 | The child can't be holding a wooden paddle behind a net and about to be confirmed at church at the same time. | Het kind kan niet een houten peddel achter een net vasthouden en op hetzelfde moment in de kerk worden bevestigd. | 0.1136 | 0.1141 | 0.5558 | 0.1227 | 0.0 | 0.0868 | ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net. | Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net. | The kids are playing a game and one with a red shirt is the goalie. | De kinderen spelen een spel en één met een rood shirt is de keeper. | 1 | Kids implies plural while young child implies singular. | Kinderen impliceert meervoud terwijl jong kind enkelvoud impliceert. | 0.1136 | 0.1141 | 0.4968 | 0.1256 | 0.0129 | 0.0906 | ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment. | Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen. | a person is using a piece of equipment. | een persoon gebruikt een apparaat. | 0 | A young boy is a person. Holding a piece of equipment implies that the person is using the equipment. | Een jonge jongen is een persoon. Het vasthouden van een apparaat impliceert dat de persoon de apparatuur gebruikt. | 0.5898 | 0.115 | 0.7768 | 0.1385 | 0.5565 | 0.1271 | ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment. | Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen. | a boy is sitting in a coffee shop. | Een jongen zit in een koffieshop. | 2 | The boy can't be standing and sitting at the same time. The boy can't be on a sports field and in a coffee shop at the same time. | De jongen kan niet op een sportveld staan en tegelijkertijd in een koffiehuis zitten. | 0.5881 | 0.115 | 0.5978 | 0.1411 | 0.3584 | 0.1224 | ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment. | Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen. | a boy is playing sports. | Een jongen speelt sport. | 1 | Standing does not imply playing sports. | Staan betekent niet sporten. | 0.5895 | 0.115 | 0.788 | 0.1396 | 0.722 | 0.1295 | ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat. | Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel. | Adults are playing soccer. | Volwassenen spelen voetbal. | 2 | A little boy is not an adult. | Een kleine jongen is geen volwassene. | 0.269 | 0.1312 | 0.6639 | 0.145 | 0.9589 | 0.1345 | ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat. | Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel. | The child is preparing to play. | Het kind bereidt zich voor om te spelen. | 1 | Holding a cricket bat does not necessarily mean preparing to play. | Het vasthouden van een cricket bat betekent niet noodzakelijkerwijs voorbereiding om te spelen. | 0.269 | 0.1312 | 0.7043 | 0.1393 | 0.1207 | 0.1178 | ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat. | Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel. | A child is in the cricket cage. | Een kind zit in de cricketkooi. | 0 | A little boy is a child. | Een kleine jongen is een kind. | 0.269 | 0.1312 | 0.3349 | 0.123 | 0.9579 | 0.1358 | ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park | Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park | The kid is playing basketball. | Hij speelt basketbal. | 2 | Basketball and Cricket are two separate games. | Basketbal en Cricket zijn twee aparte wedstrijden. | 0.3116 | 0.1338 | 0.799 | 0.1335 | 0.9307 | 0.1392 | ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park | Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park | The kid playing Cricket is asian. | De jongen die Cricket speelt is Aziatisch. | 1 | Not every kid is Asian. | Niet elk kind is Aziatisch. | 0.3116 | 0.1338 | 0.8302 | 0.1307 | 0.5128 | 0.1373 | ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park | Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park | The kid is playing Cricket. | De jongen speelt Cricket. | 0 | " Kid playing " is a rephrasing of " Kid is playing " | "Kid playing " is een herhaling van "Kid is playing " | 0.3116 | 0.1338 | 0.9467 | 0.1467 | 0.1606 | 0.113 | ||||||||
The baby in the crib is crying. | De baby in de wieg huilt. | The baby is hungry. | De baby heeft honger. | 1 | Babies cry for many reasons, not just because they are hungry | Baby's huilen om vele redenen, niet alleen omdat ze honger hebben | 0.0 | 0.1302 | 0.9918 | 0.146 | 0.9568 | 0.1457 | ||||||||
The baby in the crib is crying. | De baby in de wieg huilt. | The baby smiling and laughing. | De baby glimlacht en lacht. | 2 | Crying and smiling and laughing are not possible at the same time. | Huilen en lachen en lachen zijn niet tegelijkertijd mogelijk. | 0.0 | 0.1302 | 0.7371 | 0.1266 | 0.0931 | 0.0933 | ||||||||
The baby in the crib is crying. | De baby in de wieg huilt. | The baby crying in the crib. | De baby die huilt in de wieg. | 0 | A baby who is crying can also be described as a baby crying. | Een baby die huilt kan ook omschreven worden als een baby die huilt. | 0.0 | 0.1302 | 0.0 | 0.1066 | 0.6592 | 0.0994 | ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick. | Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren. | Two guys hanging in their room. | Twee kerels in hun kamer. | 2 | The guys would not be riding skateboards if they are hanging in their room. | De jongens zouden niet op skateboards rijden als ze in hun kamer hangen. | 0.1283 | 0.0855 | 0.2427 | 0.0991 | 0.367 | 0.1103 | ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick. | Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren. | Two guys at the skate park. | Twee mannen in het skatepark. | 1 | Riding skateboards does not imply at a skate park. | Rijden skateboards impliceert niet in een skate park. | 0.1288 | 0.0855 | 0.6437 | 0.1156 | 0.0118 | 0.0952 | ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick. | Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren. | Two guys riding their skateboards outside. | Twee kerels die hun skateboards buiten berijden | 0 | Jump tricks on skateboards are done outside. | Springtrucs op skateboards worden buiten gedaan. | 0.1287 | 0.0855 | 0.3642 | 0.1103 | 0.4854 | 0.1012 | ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background. | Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt. | on of the boys is performing an ollie | De jongens doen een ollie. | 1 | Skateboard trick does not imply an ollie. | Skateboard truc impliceert geen ollie. | 0.4939 | 0.0969 | 0.0 | 0.0723 | 0.0003 | 0.0828 | ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background. | Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt. | some boys are riding skateboards | sommige jongens rijden op skateboards | 0 | Doing a skateboard trick implies they are riding skateboards. | Het doen van een skateboard truc impliceert dat ze rijden skateboards. | 0.4939 | 0.0969 | 0.8613 | 0.1404 | 0.3042 | 0.0813 | ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background. | Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt. | the boy is doing tricks on his bmx bike | de jongen doet trucs op zijn bmx fiets | 2 | The boy cannot perform a skateboard trick using a bmx bike. | De jongen kan geen skateboard truc doen met een bmx fiets. | 0.4935 | 0.0969 | 0.6473 | 0.1052 | 0.4876 | 0.092 | ||||||||
A skateboarder jumping in the street. | Een skateboarder die op straat springt. | A skateboarded ollied in the street. | Een skateboard op straat. | 0 | Ollied is the same as jumping. | Ollied is hetzelfde als springen. | 0.4005 | 0.1076 | 0.0001 | 0.0897 | 0.0005 | 0.092 | ||||||||
A skateboarder jumping in the street. | Een skateboarder die op straat springt. | A skateboarder is doing tricks on a quiet street. | Een skateboarder doet trucjes in een rustige straat | 1 | Jumping does not necessarily imply doing tricks. | Springen betekent niet noodzakelijk trucs doen. | 0.3982 | 0.1076 | 0.6166 | 0.1054 | 0.3276 | 0.0913 | ||||||||
A skateboarder jumping in the street. | Een skateboarder die op straat springt. | A person is jumped his snowboard. | Iemand is over zijn snowboard gesprongen. | 2 | A skateboarder does not usually use a snowboard to jump. Snowboards are used to go down a hill not in the street. | Een skateboarder gebruikt meestal geen snowboard om te springen. Snowboards worden gebruikt om een heuvel af te dalen niet in de straat. | 0.3982 | 0.1076 | 0.0399 | 0.108 | 0.2016 | 0.1076 | ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete. | Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton. | The man is walking. | De man loopt. | 2 | The man would not be walking while he flips his skateboard simultaneously. | De man zou niet lopen terwijl hij tegelijkertijd zijn skateboard omdraait | 0.3531 | 0.1115 | 0.386 | 0.1291 | 0.5698 | 0.1124 | ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete. | Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton. | A skateboarder doing tricks. | Een skateboarder doet trucjes. | 0 | When one flips his skateboard he is a skateboarder doing tricks. | Als je zijn skateboard omdraait is hij een skateboarder die trucjes doet. | 0.3531 | 0.1115 | 0.4328 | 0.0918 | 0.3608 | 0.0883 | ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete. | Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton. | A man rides a skateboard. | Een man rijdt een skateboard. | 1 | Flipping skateboard can happen without rides. | Flipping skateboard kan gebeuren zonder ritjes. | 0.3531 | 0.1114 | 0.8743 | 0.1286 | 0.026 | 0.0828 | ||||||||
A boy does a trick on a skateboard. | Een jongen doet een truc op een skateboard. | The boy is outdoors. | De jongen is buiten. | 0 | In order to do a trick on a skateboard one must be outdoors. | Om een truc op een skateboard te doen moet men buiten zijn. | 0.79 | 0.1101 | 0.8738 | 0.1241 | 0.3098 | 0.1001 | ||||||||
A boy does a trick on a skateboard. | Een jongen doet een truc op een skateboard. | The skateboard is red. | Het skateboard is rood. | 1 | Not all skateboards are red. | Niet alle skateboards zijn rood. | 0.7906 | 0.1102 | 0.9156 | 0.1244 | 0.855 | 0.1229 | ||||||||
A boy does a trick on a skateboard. | Een jongen doet een truc op een skateboard. | The boy does a trick on the ocean. | De jongen doet een truc op de oceaan. | 2 | The boy is either doing a trick on a skateboard or on the ocean, but cannot be both places simultaneously. A skateboard would sink in the ocean. | De jongen doet ofwel een truc op een skateboard of op de oceaan, maar kan niet beide plaatsen tegelijk zijn. Een skateboard zou zinken in de oceaan | 0.7908 | 0.1102 | 0.5896 | 0.1159 | 0.2732 | 0.0911 | ||||||||
A band is performing on stage at a place of business. | Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken. | The band is performing on the grass outside. | De band treedt buiten op op het gras. | 2 | If the band is on stage at a place of business, it is not possible for them to be on the grass outside at the same moment. | Als de band op het podium staat op een bedrijfslocatie, is het voor hen niet mogelijk om op hetzelfde moment op het gras te staan. | 0.5421 | 0.114 | 0.3163 | 0.1361 | 0.4809 | 0.1197 | ||||||||
A band is performing on stage at a place of business. | Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken. | The band members are performers. | De bandleden zijn performers. | 0 | Someone performing on stage implies they are performers | Iemand die optreedt op het podium betekent dat ze performers zijn | 0.5439 | 0.114 | 0.7338 | 0.126 | 0.359 | 0.1316 | ||||||||
A band is performing on stage at a place of business. | Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken. | The band are good performers. | De band is goede artiesten. | 1 | Not all bands performing are good performers. | Niet alle bands die optreden zijn goede artiesten. | 0.5418 | 0.1141 | 0.7533 | 0.1175 | 0.292 | 0.0993 | ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn. | Een motorrijder loopt over een grasveld. | The rider is outdoors on a motorbike. | De ruiter is buiten op een motor. | 0 | One must be outdoors to be near a lawn. | Je moet buiten zijn om bij een gazon te zijn. | 0.326 | 0.1155 | 0.2116 | 0.107 | 0.0843 | 0.1182 | ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn. | Een motorrijder loopt over een grasveld. | The motorbike rider is sitting still on the sidewalk. | De motorrijder zit nog steeds op de stoep. | 2 | The motorbiker cannot be barreling and sitting still simultaneously. The motorbiker is either on the grass lawn or on the sidewalk, but cannot be in both places at once. | De motorrijder kan niet tegelijkertijd lopen en zitten. De motorrijder is ofwel op het grasveld of op de stoep, maar kan niet op beide plaatsen tegelijk zijn. | 0.326 | 0.1155 | 0.3667 | 0.1155 | 0.2748 | 0.116 | ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn. | Een motorrijder loopt over een grasveld. | The man is speeding quickly to catch someone. | De man rijdt snel om iemand te vangen. | 1 | Not all motorcycle ridings are trying to catch someone. | Niet alle motorrijders proberen iemand te vangen. | 0.326 | 0.1155 | 0.4889 | 0.1173 | 0.6182 | 0.0979 | ||||||||
Kids play in the snow while parents watch | Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken | Old men rolling around in the snow. | Oude mannen rollen rond in de sneeuw. | 2 | Kids are not old men. | Kinderen zijn geen oude mannen. | 0.6241 | 0.1402 | 0.3329 | 0.114 | 0.8719 | 0.0945 | ||||||||
Kids play in the snow while parents watch | Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken | Humans playing in the snow. | Mensen spelen in de sneeuw. | 0 | Kids are tiny humans. | Kinderen zijn kleine mensen. | 0.6247 | 0.1402 | 0.4539 | 0.1331 | 0.8585 | 0.1355 | ||||||||
Kids play in the snow while parents watch | Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken | Parents making their kids play in the snow. | Ouders laten hun kinderen spelen in de sneeuw. | 1 | The parents are making the kids play. | De ouders laten de kinderen spelen. | 0.624 | 0.1403 | 0.5835 | 0.1259 | 0.6585 | 0.1348 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | Three friends go ice fishing in January. | Drie vrienden gaan ijsvissen in januari. | 1 | People can go icefishing in other months besides January. | Mensen kunnen ijsvissen in andere maanden dan januari. | 0.3352 | 0.1025 | 0.5667 | 0.1251 | 0.2151 | 0.1341 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | People are getting a fishing boat ready for a day of fishing. | Mensen maken een vissersboot klaar voor een dag vissen. | 1 | Can be more or less people than three people. | Kan meer of minder mensen zijn dan drie mensen. | 0.3356 | 0.1025 | 0.2583 | 0.1233 | 0.4071 | 0.104 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | Three friends jump off the dock into the water. | Drie vrienden springen het water in. | 2 | People do not usually jump off the dock into the water if it is the season for ice fishing. The water would be ice if there was snow. | Mensen springen meestal niet van het dok in het water als het is het seizoen voor ijsvissen. Het water zou ijs zijn als er sneeuw. | 0.3356 | 0.1025 | 0.2307 | 0.1259 | 0.2936 | 0.1103 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | People putting supplies on a boat. | Mensen zetten spullen op een boot. | 1 | Can be more or less than three people. | Kan meer of minder dan drie mensen zijn. | 0.3356 | 0.1025 | 0.6662 | 0.1218 | 0.4671 | 0.1086 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | The opening act to a rock concert. | De openingsact voor een rockconcert. | 2 | People can't be preparing an ice fishing boat and be an opening act to a rock concert at the same time. | Mensen kunnen geen ijsvisboot voorbereiden en tegelijkertijd een openingsact zijn voor een rockconcert. | 0.3356 | 0.1025 | 0.6822 | 0.1167 | 0.1268 | 0.0844 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | The people are inside a sauna. | De mensen zitten in een sauna. | 2 | People can't be standing in the snow and be inside a sauna at the same time. | Mensen kunnen niet tegelijkertijd in de sneeuw staan en in een sauna zitten. | 0.3356 | 0.1025 | 0.9844 | 0.1379 | 0.4259 | 0.13 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | Three people are going ice fishing. | Drie mensen gaan ijsvissen. | 0 | Preparing an ice fishing boat must happen if people are going ice fishing. | Het voorbereiden van een ijsvisboot moet gebeuren als mensen gaan ijsvissen. | 0.3358 | 0.1025 | 0.461 | 0.1291 | 0.6205 | 0.115 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | Out in the snow, a small group of fishermen get an ice fishing boat ready for use. | In de sneeuw maken een kleine groep vissers een ijsvisboot klaar voor gebruik. | 0 | Ready for use is another way to say preparing. | Klaar voor gebruik is een andere manier om te zeggen voorbereiding. | 0.3356 | 0.1025 | 0.6123 | 0.1176 | 0.1358 | 0.0967 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | The people are holding their fishing poles. | De mensen houden hun hengels vast. | 1 | Can be more or less than three people. | Kan meer of minder dan drie mensen zijn. | 0.3358 | 0.1025 | 0.3037 | 0.1136 | 0.4675 | 0.1086 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | A group is outside in the snow. | Een groep is buiten in de sneeuw. | 0 | One must be outside if one is preparing an ice fishing boat. | Men moet buiten zijn als men een ijsvisboot voorbereidt. | 0.3358 | 0.1025 | 0.4472 | 0.1306 | 0.4563 | 0.0997 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | A group of people are sun tanning on the beach. | Een groep mensen zonnen op het strand. | 2 | People can't be standing in the snow and sun tanning on the beach at the same time. | Mensen kunnen niet tegelijkertijd in de sneeuw staan en zonnen op het strand. | 0.3357 | 0.1025 | 0.6623 | 0.1519 | 0.2831 | 0.1307 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | The people are outside. | De mensen staan buiten. | 0 | Must be outside in order to be preparing an ice fishing boat. | Moet buiten zijn om een ijsvisboot voor te bereiden. | 0.3357 | 0.1025 | 0.6227 | 0.1439 | 0.0116 | 0.0953 | ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat. | Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden. | A couple fishermen are fixing an ice fishing boat and getting it ready. | Een paar vissers repareren een ijsvisboot en maken hem klaar. | 1 | A couple implies two people. | Een paar impliceert twee mensen. | 0.3352 | 0.1025 | 0.4759 | 0.1097 | 0.1174 | 0.0989 |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.